Nieuwe toeristische troef voor Kortrijk in de maak

Schepen Rudolf Scherpereel werkt aan de toeristische ontsluiting van de Sint-Maartenskerktoren. De kerktoren biedt een schitterend panoramisch zicht over stad en streek en zal een meerwaarde betekenen voor de toeristische opwaardering van het historisch centrum.

Eind 2016 was er een oproep van Westtoer voor het aanmelden van projecten voor het programma Horizon 2025. Dit programma beoogt de realisatie van een netwerk van landschapsobservatiepunten in de vorm van uitkijktorens en belevingsplatformen. Naast het bouwen van nieuwe uitkijktorens en belevingsplatformen, kwamen ook de verbouwingen of het toegankelijk maken van bestaande torens in aanmerking.

De stad diende een dossier in dat uiteindelijk door Westtoer werd aanvaard en de aanzet betekent om de toren volwaardig te kunnen bezoeken. Daarenboven zijn er in de toekomst nog enkele andere dossiers aan deze ontsluiting te koppelen. Op termijn zou er een restauratiedossier kunnen ingediend worden voor zowel de tredkraan (rad) als de beiaard.

Om de toegankelijkheid van de toren te realiseren, zijn investeringen noodzakelijk in functie van de veiligheid, comfort en bescherming van de verschillende draaitrappen, bordessen, enz. tot signalisatie, camera’s, platformen en dies meer. De totale investering wordt geraamd op 200.000 euro waarvan de Stad Kortrijk 50.000 euro draagt.

Qua planning werd het traject ingepland met als eerste stap het afsluiten van de overeenkomst met Westtoer. In een volgende stap wordt het project verder uitgewerkt waarbij in het voorjaar van 2018 een voorontwerp moet klaar zijn. De werken starten normaliter eind augustus 2018 en zullen een maand duren.

Rudolf Scherpereel: “Met de ontsluiting van de prachtige Sint-Maartenskerktoren bieden we zowel bezoekers als bewoners een uniek zicht op onze stad en regio. Dit project zal een nieuwe troef en meerwaarde zijn voor de toeristische aantrekkingskracht van Kortrijk. We werken samen met de gidsenverenigingen, de kerkfabriek en uiteraard Westtoer om na de zomer van start te gaan.”